Gevangenschap

Oprichter John Wamsley

Vogelbekdieren stellen hoge eisen aan hun leefomstandigheden en zijn daarom zeer moeilijk in gevangenschap te houden. Het is dan ook verboden om deze dieren als huisdier te houden. Ook heeft de Australische regering de export van de dieren verboden waardoor er geen vogelbekdieren buiten Australië te vinden zijn. Vóór dit verbod had de dierentuin van Budapest van 1913 tot 1917 nog een exemplaar en in 1922, 1946 en 1958 konden toeristen er een bewonderen in de Bronx Zoo in New York. Op dit moment bevinden de enige vogelbekdieren in gevangenschap zich in natuurreservaten en enkele Australische dierentuinen en universiteiten.

Natuurreservaat Warrawong

Het natuurreservaat Warrawong is het enige reservaat waar vogelbekdieren zich met succes voortplanten. In het reservaat huppelen honderden kangoeroes, kleurrijke en luidruchtige papagaaien vliegen over, schildpadden liggen lui te zijn, maar het populairste diertje daar is toch wel het vogelbekdier. Iedere toerist probeert er een glimp van op te vangen, wat erg moeilijk is omdat ze zich alleen ’s ochtends vroeg en ’s avonds laat maar heel even vertonen. Er zijn dan ook alleen op deze tijdstippen rondleidingen.

John Wamsley, de omstreden oprichter van het reservaat, is al jaren gepassioneerd door het beestje. In 1989 liet hij drie wijfjes en twee mannetjes per vliegtuig en helikopter van Kangaroo Island overbrengen. Het succes van die operatie overtrof alle verwachtingen. Ofschoon vogelbekdieren zich vrijwel nooit in gevangenschap voortplanten, werden sinds 1991 in het reservaat al 9 jongen geboren. Tot dan toe was dat nog maar één keer gelukt, in 1944 in de dierentuin van Healesville bij Melbourne. David Fleay haalde toen in volle oorlogstijd met zijn ‘baby’ de voorpagina van een aantal Britse en Amerikaanse kranten.

Warrawong telt op dit moment een kleine twintigtal vogelbekdieren. Wetenschappers uit de hele wereld komen in het reservaat de vele mysteries van het vogelbekdier bestuderen: het DNA, de groeifases en de sociale contacten tussen dominante en onderworpen dieren die ze alleen daar bij een aantal opeenvolgende generaties onderzoeken.

Het succes van de voortplanting schrijft Wamsley toe aan de omheining die rond het reservaat werd aangelegd. De afsluiting is de eerste in Australië waarmee katten en vossen effectief kunnen worden geweerd. De tegenstanders van het reservaat beschuldigden Wamsley er dan ook van de dieren in een concentratiekamp op te sluiten. Toch moesten ze snel toegeven dat geen enkel park er tot dan toe in was geslaagd zijn fauna zo snel uit te breiden. In het vijfendertig hectare grote reservaat leven de dieren in volledige vrijheid en zoeken ze zelf hun voedsel. […]

Warrawong is niet de enige plaats in Australië waar vogelbekdieren worden gehouden, maar de vijfendertig hectare flora en rivieren zijn nauwelijks te vergelijken met de kooien en aquaria in een dierentuin. In de dierentuin van Healesville werd achthonderdduizend Australische dollar geïnvesteerd in een aquarium van veertig meter lang zodat de bezoekers de vogelbekdieren duidelijk kunnen zien zwemmen. Ook in het Sydney aquarium, verbonden aan de Taranga dierentuin, zijn de dieren in aquaria te bezichtigen. […] De dieren blijven daar echter zelden langer dan enkele maanden in leven. Sommige sterven al de dag nadat ze gevangen zijn genomen. Een enkel dier heeft het twintig jaar uitgehouden, maar dat is een grote uitzondering. Dankzij het protest van Wamsley, die er van overtuigd is dat dieren in gevangenschap gek worden, worden vogelbekdieren nu sneller weer vrijgelaten wanneer blijkt dat ze in de aquaria niet kunnen aarden. De belangrijkste oorzaak waardoor de dieren niet makkelijk in aquaria kunnen worden gehouden, is dat hun natuurlijke dag-nachtritme voor het publiek moet worden omgedraaid: gedurende de nacht worden de aquaria met schijnwerpers verlicht en opgewarmd, waardoor de nachtdieren hun kunstmatige holen opzoeken. Overdag worden de aquaria verduisterd en kunnen de dieren door het publiek worden gevolgd dankzij kleine groene lampjes die het licht van de maan moeten nabootsen. Bezoekers van Warrawong daarentegen krijgen maar zelden een vogelbekdier te zien, maar de dieren voelen zich er goed en planten zich er bijgevolg ook normaal voort.” (Citaat uit EOS, 2000 nr. 10)