Lepelaar

lepelaar

De lepelaar (Platalea leucorodia) is een opvallende, grote watervogel met een lengte van 80 tot 93 centimeter en een vleugelspanwijdte van 120 tot 135 centimeter. Het meest kenmerkende aan deze vogel is zijn lange, platte snavel die aan het einde lepelvormig is. Volwassen vogels zijn wit met een kuif op de achterzijde van hun hoofd en hebben zwarte poten.

Lepelaars geven de voorkeur aan moerassen, rivierdelta's, kustlagunes en ondiepe meren. Ze nestelen vaak in rietvelden en op eilandjes in meren en rivieren, waar ze veilig zijn voor roofdieren. Deze waterrijke gebieden bieden voldoende voedsel en nestelplaatsen.

De lepelaar komt voor in Europa, Azië en Noord-Afrika. In Europa broeden ze voornamelijk in Nederland, Spanje, en Hongarije. In de winter migreren ze naar warmere gebieden in Afrika en Zuid-Azië. In Nederland zijn ze vooral te vinden in de Waddenzee en het IJsselmeergebied.

Volwassen lepelaars hebben een lengte van 80 tot 93 centimeter en een vleugelspanwijdte van 120 tot 135 centimeter. Ze wegen tussen de 1,2 en 2 kilogram. In het wild kunnen lepelaars een leeftijd bereiken van 15 tot 20 jaar.

Lepelaars broeden in kolonies, vaak samen met andere watervogels. Het broedseizoen begint in april of mei, wanneer het vrouwtje 3 tot 5 eieren legt. Beide ouders broeden de eieren uit, wat ongeveer 24 tot 25 dagen duurt. De jongen verlaten het nest na ongeveer 6 weken, maar worden nog enkele weken door de ouders verzorgd.

Lepelaars zijn sociale vogels die vaak in groepen leven, vooral tijdens het broedseizoen en de trek. Ze foerageren door hun snavel zijwaarts door het water te bewegen, waarbij ze kleine vissen, garnalen en insectenlarven vangen. Ze zijn vooral overdag actief en rusten 's nachts in groepen.

Het dieet van de lepelaar bestaat voornamelijk uit kleine vissen, schaaldieren, insecten en ander klein waterleven. Ze foerageren in ondiep water, waar ze hun karakteristieke snavel gebruiken om voedsel op te sporen en te vangen. Hun unieke foerageermethode stelt hen in staat om efficiënt voedsel te verzamelen in modderige en ondiepe wateren.

lepelaar in het gras

Klasse: Aves (vogels)
Orde: Pelecaniformes (Roeipotigen)
Familie: Threskiornithidae (Ibissen en lepelaars)
Geslacht en soort: Platalea leucorodia

De lepelaar (Platalea leucorodia) is een majestueuze watervogel die bekend staat om zijn unieke snavelvorm en elegante verschijning. Deze vogelsoort is een van de meest herkenbare leden van de familie Threskiornithidae en komt voor in diverse waterrijke gebieden van Europa, Azië en Afrika. Lepelaars zijn intrigerende vogels die zowel ecologisch als visueel een belangrijke rol spelen in hun leefomgeving.

Foerageergedrag en dieet

Lepelaars hebben een bijzonder foerageergedrag dat hen onderscheidt van andere watervogels. Ze bewegen hun lepelvormige snavel zijwaarts door het ondiepe water, waarbij ze kleine vissen, garnalen en insectenlarven vangen. Deze methode is uiterst effectief in modderige en vegetatierijke wateren, waar andere vogels moeilijk bij hun prooi kunnen komen. Hun dieet bestaat voornamelijk uit aquatische organismen, wat hen afhankelijk maakt van gezonde wateromgevingen.

Broedgedrag en kolonievorming

Het broedseizoen van de lepelaar begint in april of mei, wanneer ze kolonies vormen, vaak samen met andere watervogels zoals reigers en meeuwen. Ze bouwen hun nesten in rietvelden of op eilandjes in zoet- en brakwatergebieden. Beide ouders zijn betrokken bij het uitbroeden van de eieren en het voeden van de jongen. Dit sociale broedgedrag helpt bij het beschermen van de nesten tegen roofdieren en andere gevaren.

Migratie en verspreiding

Lepelaars zijn trekvogels die broeden in gematigde streken van Europa en Azië en overwinteren in warmere regio’s van Afrika en Zuid-Azië. In Nederland zijn ze vooral te vinden in de Waddenzee en het IJsselmeergebied, waar ze profiteren van de ondiepe, voedselrijke wateren. Hun jaarlijkse trektocht is een indrukwekkend verschijnsel, waarbij ze duizenden kilometers afleggen tussen hun broed- en overwinteringsgebieden.

Bescherming en behoud

Ondanks dat lepelaars in sommige regio’s in aantal zijn afgenomen door verlies van leefgebied en vervuiling, zijn er succesvolle beschermingsprogramma’s die hun populaties helpen herstellen. In Nederland worden belangrijke broed- en foerageergebieden beschermd en beheerd om deze bijzondere vogels te ondersteunen. Internationaal gezien zijn samenwerkingsinitiatieven essentieel om de trek- en overwinteringsgebieden van lepelaars te behouden.