Ongewervelde dieren
Menu
Leefgebieden
Menu
De kauw (Corvus monedula) is een kleine kraaiachtige met een glanzend zwarte verenkleed en grijze nek en borst. De ogen zijn opvallend lichtblauw tot wit, wat de kauw een scherpe blik geeft. Hij heeft een korte, stevige snavel en een relatief korte staart.
Kauwen zijn zeer veelzijdig en komen voor in een breed scala aan habitats, waaronder bossen, stedelijke gebieden, landbouwgebieden en parken. Ze nestelen vaak in holtes, zoals boomholten, schoorstenen en gebouwen, en zijn bekend om hun aanpassingsvermogen aan menselijke omgevingen.
De kauw komt voor in grote delen van Europa, Azië en Noord-Afrika. Hij is wijdverspreid in Nederland en België, waar hij vaak in steden en dorpen te zien is. In de winter trekken sommige populaties naar het zuiden om te overwinteren, terwijl andere het hele jaar door op dezelfde plek blijven.
Een volwassen kauw is ongeveer 34 tot 39 centimeter lang en weegt tussen de 190 en 270 gram. De spanwijdte bedraagt ongeveer 64 tot 73 centimeter. In het wild kunnen kauwen een leeftijd bereiken van 10 tot 15 jaar, hoewel ze in gevangenschap ouder kunnen worden.
Kauwen zijn sociale vogels die in kolonies leven. Ze communiceren met een breed scala aan geluiden en roepen, en staan bekend om hun intelligentie en nieuwsgierigheid. Kauwen kunnen zich gemakkelijk aanpassen aan verschillende omgevingen en zijn vaak te zien in de buurt van menselijke bewoning.
Het dieet van de kauw is zeer gevarieerd en omvat insecten, wormen, zaden, vruchten, afval en zelfs kleine dieren zoals jonge vogels. Kauwen zijn opportunistische eters en passen hun dieet aan de beschikbare voedselbronnen aan, waardoor ze gemakkelijk kunnen overleven in verschillende omstandigheden.
Vis en amfibieën.
Klasse: Aves (vogels)
Orde: Passeriformes (Zangvogels)
Familie: Corvidae (Kraaiachtigen)
Geslacht en soort: Corvus monedula
Ongewervelde dieren
Leefgebieden
Beesies.nl – 2022