Eekhoorn

eekhoorn

Knaagdier met rode of donkerbruine vacht en pluimstaart. De buik heeft een witte vacht en de ogen zijn groot. De oren hebben pluimpjes. De 4 tenen aan de voorpoten en de 5 tenen aan de achterpoten hebben scherpe nagels.

Eekhoorns komen voor in bossen en parken.

Europa en het grootste deel van Azië.

Tot 7 jaar.

Lengte 40 tot 64 cm met staart, weegt tot 1350 gram.

Twee keer per jaar: januari/maart en mei/juni; draagtijd 46 dagen; 1 tot 6 jongen

Bewegelijk dier, dat vooral in bomen leeft en in de vroeg ochtend en namiddag actief is. Legt voedselvoorraden aan in boomholten en in de grond. Houdt geen echte winterslaap.

 Eikels, noten en kegels van naaldbomen. Ook eten ze als aanvulling daarop (afhankelijk van het jaargetijde) knoppen, bladeren, bessen, paddenstoelen, rupsen, vogeleieren en jonge vogels.

eekhoorn skelet
eekhoorn

Klasse: Mammalia (zoogdieren)
Orde: Rodentia (knaagdieren)
Familie: Sciuridae (eekhoorn)
Geslacht en soort: Sciurus vulgaris

Eekhoorns komen voor in loofbos, naaldbos of gemengd bos maar ook in tuinen, parken en houtwallen in de buurt van bos. Hun voorkeur gaat uit naar ouder bos (naaldbomen ouder dan 20 jaar en loofbomen ouder dan 40-80 jaar) omdat daar meer voedsel en nestgelegenheid is. De eekhoorn is een echte boombewoner, maar ook op de bosbodem is hij goed thuis. Hij begraaft zijn eten voor barre tijden en vindt het terug dankzij zijn reukvermogen. Hij houdt geen echte winterslaap. De winter brengt hij door in zijn nest.
Eekhoorns leven alleen en hebben een eigen leefgebied waarbinnen voedsel wordt gezocht. Deze territoria kunnen elkaar overlappen. De territoria van mannetjes zijn groter dan die van vrouwtjes.

De Latijnse naam van de eekhoorn betekent “gewone schaduwstaart”. Dat is vanwege zijn karakteristieke zithouding, met de staart over de rug.
De eekhoorn komt in grote delen van Nederland voor: vooral in Drenthe, Overijssel, Utrecht, Gelderland, Noord-Brabant en Limburg. Ook in de duinen van Noord- en Zuid-Holland komen eekhoorns voor. Tussen 1960 en 1970 brak een virusziekte uit waardoor de eekhoorn in het hele land zeldzaam werd. Na 1970 heeft herstel plaatsgevonden.

Wel of geen winterslaap?

Eekhoorns bouwen nesten van 30-50 cm doorsnede. Deze nesten maken ze in boomkronen en worden gemaakt van twijgen, zowel van loof- als naaldhout. Van binnen zijn de nesten bekleed met zacht materiaal zoals bast, gras, mos of wol. Soms gebruiken ze ook boomholten of grote nestkasten als nestplaats. Naast één hoofdnest zijn ook vijf tot zes kleinere ‘reservenesten’ in gebruik.
Een winterslaap kennen eekhoorns niet, want ze blijven warm in hun nest en leggen voedselvoorraden aan. Wel zijn ze ‘s-winters minder actief. De voedselvoorraden worden in de zomer en de herfst aangelegd. De plek waar ze hun voorraad hebben verstopt, vergeten ze vaak, maar dankzij hun reukvermogen sporen ze die meestal weer op. Doordat eekhoorns niet alle voorraden terugvinden, dragen ze bij aan de verspreiding van boomzaden in het bos.

Twee keer per jaar bevallen

De voortplantingsperioden zijn van januari tot maart en van mei tot juni. Verschillende mannetjes achtervolgen eenzelfde vrouwtje en proberen met haar te paren. Na de paring leven ze weer apart. De draagtijd duurt 5-6 weken. In deze periode bouwt het vrouwtje haar kraamnest dat steviger is dan een gewoon nest. Hierna worden 2-6 kale en blinde jongen geboren. Met drie weken zijn ze behaard en na vier weken gaan de ogen open. De jongen worden tien weken gezoogd, waarna ze vrij snel zelfstandig worden. Na drie maanden worden ze door de moeder uit haar territorium gejaagd. Na tien maanden zijn de jongen geslachtsrijp. In het wild kunnen eekhoorns wild 7 jaar oud worden, maar meestal sterven ze jonger. De belangrijkste predatoren zijn de Boommarter en onder andere havik.